B1: 4x50m Hinderniszwemmen
- Elke atleet zwemt tweemaal onder een hindernis tijdens een 50m vrije slag
B2: 4x25m Popredden
- Elke atleet vervoert de reddingspop over een afstand van 25m
B3: 4x50m Reddingsgordelaflossing
- Zwemmer 1: 50m vrije slag
- Zwemmer 2: 50m vrije slag met vinnen
- Zwemmer 3: 50m vrije slag zonder vinnen en reddingsgordel
- Zwemmer 4: 50m vrije slag met vinnen en met slepen van reddingsgordel en een slachtoffer (zwemmer 3)
B4: Line Throw
- Een atleet werpt een lichte koord naar een teamgenoot die zich in het water bevindt op 12m (8m) afstand.
- Hij trekt vervolgens het slachtoffer terug naar de kant van het bad
B5: Lifesaver Aflossing
- Zwemmer 1: 50m vrije slag
- Zwemmer 2: 50m vrije slag met vinnen met daarbij het bovenbrengen van de reddingspop na 50m
- Zwemmer 3: 50m vervoeren van de reddingspop
- Zwemmer 4: 50m vervoeren van de reddingspop met vinnen
PS: Benjamins en miniemen zwemmen dezelfde proeven, maar met aangepaste afstanden en materiaal. De afstanden zijn aangegeven tussen haakjes.